woensdag 30 mei 2012

Muziek les - Muziekbingo.

De dag begon al anders dan gepland, mijn mentor was ziek en er was nog geen vervanging geregeld op school.
Uiteindelijk, 5 minuten voordat de school begon, was er dan toch een vervangend leerkracht.
Ingrid, de nieuwe leerkracht, kende ik nog niet, maar zij leek mij een aardige vrouw.

’s Middags stond mijn les gepland. Ingrid vroeg wat ik ging doen. Muziek stond er op de planning.
Zij vertelde dat zij nog van de oude stempel was en dat muziek alleen doormiddel van instrumenten of zang geleerd kon worden aan de leerlingen.
Dus toen ik vertelde dat ik Muziekbingo ging doen, stond zij wel even te kijken en zei: ‘Oke..’
Hmm, dat was niet enthousiast.

De les begon, ik had alle spullen die ik nodig had al klaar liggen.
Zoals mijn muziek en de bingokaarten.
Ik vroeg aan de leerlingen welke muziekstijl hun favoriet was.
Er kwamen mooie muziekstijlen naar voren. Niet verwacht overigens.
Ik had eerst een andere inleiding in mijn gedachte, zie lesvoorbereiding.
Het pakte iets anders uit, maar dat gaf niet voor het verloop van de les.
Ik noteerde de verschillende muziekstijlen op het bord en vulde die zelf óf door de leerlingen aan met kenmerken over de verschillende stijlen.
Uiteindelijk hadden wij een behoorlijke lijst gemaakt.
Sommige stijlen waren nog niet genoemd door de leerlingen, maar werden wel genoemd in de bingo. Die heb ik alsnog beschreven en uitgewerkt.
De kinderen bleven enthousiast. Dat merkte ik aan de vragen die zij steeds bleven stellen.
Wat gaan we straks met die muziekstijlen doen? Gaan we erop dansen?

Ik leg uit dat we een aantal van de opgesomde muzieksoorten gaan beluisteren en dat we daarmee een bingo gingen spelen.
De leerlingen waren door het dolle heen. Super leuk om te zien dat de leerlingen enthousiast zijn over een activiteit die ik met ze ga doen.
Ik deelde de bingokaarten uit. Gelijk kwam de vraag wat de joker betekende. Die mocht je gelijk al wegstrepen, zodat je al één punt voor stond op de rest. Er waren telkens 3 jokers in het spel.
Ik had voordat we begonnen met de bingo afgesproken met de leerlingen dat zij goed moesten luisteren en zo weinig mogelijk moesten praten. En als je de stijl herkende, niet hard door de klas moest roepen. Daar waren de leerlingen het mee eens.

Het eerste fragment werd aangezet. Het was een lastige, maar ik zag bij een paar leerlingen een lampje gaan branden. Super om te zien.
Het eerst rondje gingen de leerlingen alleen voor de bovenste rij.
Zo ging ik door de afspeellijst heen. Het duurde best een tijdje voordat de eerste bingo viel.
Leerling La. had de eerste bingo, helemaal goed.
Vervolgens voor de volle kaart. Ik merkte dat de leerlingen fanatieker werden. Handen om hun kaartje heen, zodat buurman niet kan afkijken.
Vervolgens had leerling La. weer een bingo.
Oei, toen werden de overige leerlingen nog fanatieker en begonnen ‘boe’ te roepen. Dat kapte ik gelijk af.
Ik deelde nieuwe bingokaartjes uit en we deden nog een ronde. Toen won leerling Lu.
Als prijs had ik bedacht, dat de 2 winnaars een muziekstijl mochten kiezen en dat de overige leerlingen van dat genre een liedje moesten zingen voor de winnaars.
Dat lukte niet en daarom heb ik beloofd om die week daarop een cadeautje voor de winnaars mee te nemen.
De overige leerlingen waren het daarmee eens, gelukkig.

Als afsluiter liet ik alle fragmenten nog eens horen, besprak de kenmerken kort en ik vroeg hoe je hierop zou bewegen.
Uiteraard werd dit niet aalleen omschreven maar ook gedaan!
Het werd een gezellige middag.
En zoals je kan lezen op mijn lesbegeleiding was Ingrid uiteindelijk heel tevreden!

Bronnen:

KVB model
Verwijzing naar deze bron staat in mijn lesvoorbereiding.

Lei, R. van der., Haverkort, F., & Noordam, L. (2010) Muziekmeester. blz 57 & 58. ThiemeMeulenhoff.
Verwijzing naar deze bron staat in mijn lesvoorbereiding.

Lei, R. van der., Haverkort, F., & Noordam, L. (2010) Muziekmeester. ThiemeMeulenhoff.
Er stonden voorbeelden van muziekfragmenten bij die ik zou kunnen gebruiken, maar die waren een beetje ouderwets. Dus ik ben zelf gaan zoeken naar muziek.
In het boek Muziekmeester (Van der Lei, Haverkort & Noordam, 2010) staat dat je jezelf de volgende vragen moet stellen voordat je de fragmenten gaat uitzoeken.
·         ‘Past deze muziek bij datgene wat de kinderen moeten leren?’
·         ‘Is er iets in die muziek om naar te luisteren, bijvoorbeeld een opvallend ritme, een melodie die steeds terugkomt, een bepaalde sfeer?’
·         ‘Kan ik er voor de kinderen didactische opdrachten of activiteiten aan verbinden? Zijn er goede luisteropdrachten bij te verzinnen? Kunnen kinderen er iets mee doen?’
Ik heb 16 verschillende muziekstijlen opgezocht. Van bekend tot onbekend, van oud tot nieuw stromingen.
Zoals de nieuwe stijl ‘Dupstep’, ik vroeg aan de leerlingen wie het kon. Niemand.





Mijn zelfevaluatie.

Drama les - Sneeuw

Op 29 februari 2012 heb ik een drama les gegeven aan mijn leerlingen in groep 6.

Er lag sneeuw buiten en het enige waar de leerlingen over konden praten was wat zij na schooltijd zouden gaan doen, sneeuwballen gooien en schaatsen.
De les begon. Omdat deze les gelijk om 8.30 uur begon, verwelkom ik de leerlingen in de klas.
De klas heb ik verdeeld in 4 groepen, groep 1 Rood, groep 2 Blauw, groep 3 Oranje en groep 4 Roze.
Het verhaal heb ik thuis al van te voren 4 keer geprint, in kleur zodat de leerlingen konden zien welk stukje bij welk groepje hoorden.
Ook had ik op het digibord het filmpje Billie Jean - Happy Feet (http://www.youtube.com/watch?v=-tJZ5Tvy_kM) klaar staan.

Ik vroeg aan de leerlingen welke handelingen je meestal doet tijdens de winter. Zoals skiën, schaatsen, sneeuwvegen enz.
Één leerling per keer deed iets voor en de rest van klas deed diegene na.
Voordat ik het filmpje op zette, legde ik aan de leerlingen uit wat de bedoeling was.
De leerlingen lopen door de klas, zonder elkaar aan te raken. Als ik de muziek uitzet, bevriezen ze tot standbeelden. Met daarin goed te zien welke handeling je gekozen had.
Daarna zette ik het filmpje aan.

Vervolgens als het filmpje afgelopen is, heb ik het verhaal voorgelezen aan de leerlingen. Ik besprak met de leerlingen welke illustraties er bij dit verhaal gemaakt zouden kunnen worden.
Ik deel aan de groepjes, hoe zij nu zitten, het verhaal uit met ieder een eigen stukje geaccentueerd die bij je groepje hoort.

Ik laat de groepjes zelfstandig aan het werk gaan, dat was een goede keuze. Ik kende deze klas nog niet zo heel goed en ik wist niet of zij dat aankonden. Maar het pakte goed uit. Ik had uitgelegd dat er altijd één verteller is en de rol van papa, mama, Hans en Saskia moesten ook verdeeld worden. Dat deden de leerlingen ook allemaal onderling. Ik had de groepjes een eigen plek toegewezen om het verhaal voor te bereiden.

Toen iedereen lekker bezig was met het voorbereiden, liep ik rond langs de groepjes. 2 groepjes waren in de klas en de 2 andere groepjes waren in het lege lokaal tegenover het klaslokaal. De leerlingen hadden daardoor lekker veel ruimte, maar of ik het goede overzicht had was de vraag.

Op een gegeven moment kwam ik erachter dat ik was vergeten te vertellen hoelang ze de tijd hadden om voor te bereiden. Daarom ben ik tijdens het voorbereiden langs alle groepjes gegaan om te vragen hoeveel tijd ze nodig hadden en heb ik gemiddeld genomen nog 10 minuten gegeven om het af te maken.



Het uitvoeren verliep super. Alle groepjes waren naar het lege lokaal gekomen en iedereen zat goed.
Eerst heb ik de leerlingen een compliment gegeven, omdat het voorbereiden heel goed ging.
Ik had afspraken gemaakt met de klas:
  • Niet uitlachen.
  • Luisteren naar elkaar. 
  • Applaus geven na afloop.
Vervolgens mocht groepje 1 zich klaarmaken om het stukje op te voeren. Het ging in een rap tempo er doorheen, voor we het wisten waren alle groepjes aan de beurt geweest.
Het ging helemaal goed, de leerlingen deden goed hun best en de afspraken werden goed uitgevoerd!
Nadat alle groepjes zijn geweest heb ik met de groep gereflecteerd.



Als afsluiting mochten de leerlingen nog even lekker dansen op happy feet.


Hier is mijn Lesvoorbereiding.
Hier is mijn lesbegeleiding.
Hier is de feedback van een vakdocent.






Bronnen:

BVV model. (op marnixnet, Powerpoints Drama).
Verwijzing naar deze bron staat in mijn lesvoorbereiding.

Nooij, H. De. (2008). Kijk op Spel. § 3.13 Tableaus.  p. 108.
Verwijzing naar deze bron staat in mijn lesvoorbereiding.

Nooij, H. De. (2008). Kijk op Spel. §2.4.1 Opbouw qua leeftijd.  p. 57.
‘Kinderen in deze leeftijdsgroep beginnen het spelen en presenteren voor publiek interessant te vinden.’ (de Nooij, 2008, p. 57). Deze citaat past heel goed bij deze les. Het leren van spelen en presenteren voor een klas sluit aan bij de leerbehoeften van de leerlingen. Het brengt hen verder in hun ontwikkeling. De leerlingen krijgen doormiddel van veelvuldig voor de klas staan steeds meer zelfvertrouwen en vinden het minder eng om voor de klas te staan. Dat brengt je verder in het leven straks. Op de middelbare school zal je vaak genoeg voor een klas staan om een presentatie te geven.

http://www.youtube.com/watch?v=-tJZ5Tvy_kM
Filmpje van Happy Feet, ontleend aan www.youtube.com.