De dag begon al anders dan gepland, mijn mentor was ziek en er was nog geen vervanging geregeld op school.
Uiteindelijk, 5 minuten voordat de school begon, was er dan toch een vervangend leerkracht.
Ingrid, de nieuwe leerkracht, kende ik nog niet, maar zij leek mij een aardige vrouw.
’s Middags stond mijn les gepland. Ingrid vroeg wat ik ging doen. Muziek stond er op de planning.
Zij vertelde dat zij nog van de oude stempel was en dat muziek alleen doormiddel van instrumenten of zang geleerd kon worden aan de leerlingen.
Dus toen ik vertelde dat ik Muziekbingo ging doen, stond zij wel even te kijken en zei: ‘Oke..’
Hmm, dat was niet enthousiast.
De les begon, ik had alle spullen die ik nodig had al klaar liggen.
Zoals mijn muziek en de bingokaarten.
Ik vroeg aan de leerlingen welke muziekstijl hun favoriet was.
Er kwamen mooie muziekstijlen naar voren. Niet verwacht overigens.
Ik had eerst een andere inleiding in mijn gedachte, zie lesvoorbereiding.
Het pakte iets anders uit, maar dat gaf niet voor het verloop van de les.
Het pakte iets anders uit, maar dat gaf niet voor het verloop van de les.
Ik noteerde de verschillende muziekstijlen op het bord en vulde die zelf óf door de leerlingen aan met kenmerken over de verschillende stijlen.
Uiteindelijk hadden wij een behoorlijke lijst gemaakt.
Sommige stijlen waren nog niet genoemd door de leerlingen, maar werden wel genoemd in de bingo. Die heb ik alsnog beschreven en uitgewerkt.
De kinderen bleven enthousiast. Dat merkte ik aan de vragen die zij steeds bleven stellen.
Wat gaan we straks met die muziekstijlen doen? Gaan we erop dansen?
Ik leg uit dat we een aantal van de opgesomde muzieksoorten gaan beluisteren en dat we daarmee een bingo gingen spelen.
De leerlingen waren door het dolle heen. Super leuk om te zien dat de leerlingen enthousiast zijn over een activiteit die ik met ze ga doen.
Ik deelde de bingokaarten uit. Gelijk kwam de vraag wat de joker betekende. Die mocht je gelijk al wegstrepen, zodat je al één punt voor stond op de rest. Er waren telkens 3 jokers in het spel.
Ik had voordat we begonnen met de bingo afgesproken met de leerlingen dat zij goed moesten luisteren en zo weinig mogelijk moesten praten. En als je de stijl herkende, niet hard door de klas moest roepen. Daar waren de leerlingen het mee eens.
Het eerste fragment werd aangezet. Het was een lastige, maar ik zag bij een paar leerlingen een lampje gaan branden. Super om te zien.
Het eerst rondje gingen de leerlingen alleen voor de bovenste rij.
Zo ging ik door de afspeellijst heen. Het duurde best een tijdje voordat de eerste bingo viel.
Leerling La. had de eerste bingo, helemaal goed.
Vervolgens voor de volle kaart. Ik merkte dat de leerlingen fanatieker werden. Handen om hun kaartje heen, zodat buurman niet kan afkijken.
Vervolgens had leerling La. weer een bingo.
Oei, toen werden de overige leerlingen nog fanatieker en begonnen ‘boe’ te roepen. Dat kapte ik gelijk af.
Ik deelde nieuwe bingokaartjes uit en we deden nog een ronde. Toen won leerling Lu.
Als prijs had ik bedacht, dat de 2 winnaars een muziekstijl mochten kiezen en dat de overige leerlingen van dat genre een liedje moesten zingen voor de winnaars.
Dat lukte niet en daarom heb ik beloofd om die week daarop een cadeautje voor de winnaars mee te nemen.
De overige leerlingen waren het daarmee eens, gelukkig.
Als afsluiter liet ik alle fragmenten nog eens horen, besprak de kenmerken kort en ik vroeg hoe je hierop zou bewegen.
Uiteraard werd dit niet aalleen omschreven maar ook gedaan!
Het werd een gezellige middag.
En zoals je kan lezen op mijn lesbegeleiding was Ingrid uiteindelijk heel tevreden!
Bronnen:
KVB model
Verwijzing naar deze bron staat in mijn lesvoorbereiding.
Lei, R. van der., Haverkort, F., & Noordam, L. (2010) Muziekmeester. blz 57 & 58. ThiemeMeulenhoff.
Verwijzing naar deze bron staat in mijn lesvoorbereiding.
Lei, R. van der., Haverkort, F., & Noordam, L. (2010) Muziekmeester. ThiemeMeulenhoff.
Er stonden voorbeelden van muziekfragmenten bij die ik zou kunnen gebruiken, maar die waren een beetje ouderwets. Dus ik ben zelf gaan zoeken naar muziek.
Bronnen:
KVB model
Verwijzing naar deze bron staat in mijn lesvoorbereiding.
Lei, R. van der., Haverkort, F., & Noordam, L. (2010) Muziekmeester. blz 57 & 58. ThiemeMeulenhoff.
Verwijzing naar deze bron staat in mijn lesvoorbereiding.
Lei, R. van der., Haverkort, F., & Noordam, L. (2010) Muziekmeester. ThiemeMeulenhoff.
Er stonden voorbeelden van muziekfragmenten bij die ik zou kunnen gebruiken, maar die waren een beetje ouderwets. Dus ik ben zelf gaan zoeken naar muziek.
In het boek Muziekmeester (Van der Lei, Haverkort & Noordam, 2010) staat dat je jezelf de volgende vragen moet stellen voordat je de fragmenten gaat uitzoeken.
· ‘Past deze muziek bij datgene wat de kinderen moeten leren?’
· ‘Is er iets in die muziek om naar te luisteren, bijvoorbeeld een opvallend ritme, een melodie die steeds terugkomt, een bepaalde sfeer?’
· ‘Kan ik er voor de kinderen didactische opdrachten of activiteiten aan verbinden? Zijn er goede luisteropdrachten bij te verzinnen? Kunnen kinderen er iets mee doen?’
Ik heb 16 verschillende muziekstijlen opgezocht. Van bekend tot onbekend, van oud tot nieuw stromingen.
Zoals de nieuwe stijl ‘Dupstep’, ik vroeg aan de leerlingen wie het kon. Niemand.
Mijn zelfevaluatie.
Mijn zelfevaluatie.